Back in the mountains

Gepubliceerd op 31 augustus 2024 om 23:07

Net als vorig jaar na onze ‘Camino’, keren we terug naar de bergen. We gaan naar het prachtige gebied ‘Picos de Europa’ in Noord Spanje waar een waanzinnig fijne camping ‘El Cares’ een plekje voor ons heeft. Vorig jaar waren we hier een maand en we worden als de verloren familie omarmd door de staf. Een klein winkeltje, een leuk barretje, terrassen waar de tentjes en campertjes op staan en elke ochtend een yoga uurtje…..

 

Wat voelen we ons hier weer thuis. Ik zie de kinderen weer ontdooien, ontspannen eigenlijk. De bergen zijn zo indrukwekkend aanwezig. Tegen de achtergrond van groene bomen rijst het massief gesteente, elk kwartier verandert het uitzicht door wolkenvelden die voorbijtrekken of ochtendmist die de bergen spookachtig maakt. Het is net een levend schilderij en we soppen het allemaal op. De kleine speeltuin is genoeg voor Annabloem en Joes en ze vinden gelijk hun weg in het maken van vriendjes. Ik voel me echt fijn. De meest dichtbije supermarkt is minstens een uur of anderhalf over kronkelweggetjes rijden, er is hier het grote niets. En daar hou ik van. Hoe meer naar de basis hoe liever. Eenvoud in al zijn facetten. Na een paar dagen kriebelt het en stippelen we een wandeling uit de bergen in. Een mooi rondje van ongeveer 14 kilometer met 700 meter hoogteverschil waar we op twee derde van de route (waar we met de app Komoot naar toe navigeren want duidelijke paden zijn er niet) een onbemande hut kunnen vinden. En een hut, ook al is hij onbemand, is belangrijk voor ons. Daar is namelijk schaduw. En in geval van slecht weer beschutting tegen de wind en in geval van een enorme weersomslag kan je er zelfs binnen slapen. Het zijn niet de meest comfortabele plekken, maar er is vaak een houten bank waar je een matje op zou kunnen leggen en een hout stook plaats om je warm te houden. Dat zal niet nodig zijn want de zon schijnt fel en het is zo’n 28 graden.

We vullen vier rugzakken met tentjes, matjes, slaapzakken, eten en veel water en off we go. We wandelen weg vanaf de camping en stijgen vrijwel gelijk. De camping ligt op zo’n 1100 meter, we wandelen naar zo’n 1800 meter hoogte. De eerste uurtjes zijn pittig. Al vind ik stijgen echt fijner dan dalen, het is even hard werken, mijn volle rugzak voelt zwaar. Joes huppelt vrolijk voor ons uit en lacht zich rot bij de koeien op de weg: ' Aan de kant Klara!'. Annabloem is in de klaag modus: ‘Wat is het nut van wandelen eigenlijk? Waar ik maar even geen antwoord op laat volgen.. Maar de natuur geeft al snel dat antwoord. Want een paar minuten later komen we op een alm bovenop de berg waar honderden grote roofvogels (een soort gieren) zich indrukwekkend aan ons laten zien. Met een spanwijdte van meer dan twee meter laten ze schaduw achter voor onze voeten en voelen we ons klein en nietig. We kijken bijna ademloos en plots stijgen ze bijna allemaal tegelijk op en laten ze zich op de thermiek mee voeren de hoogte in. Zo, dat was het antwoord. Annabloem laat haar weerstand varen en loopt zingend en huppelend verder. We genieten. Van de fysieke uitdaging, van de pauze waar we van een stroompje bergwater koffie zetten en noedels koken, van woordspelletjes en verhalen vertellen onderweg. Het is zo’n rijk gevoel dat je alles wat je nodig hebt in die vier rugzakken hebt zitten. En dat die acht benen ons naar zulke mooie plekken kunnen brengen!  Na ongeveer zeven uur wandelen zien we de hut voor ons opdoemen, een klein vierkant huisje met een pannendakje. We laten ons aan de schaduwzijde op de grond zakken en genieten dat we er zijn. Ongelooflijk dat hier helemaal niemand is, de stilte is oorverdovend. We zoeken naar een redelijk plat vlak, zetten de tentjes op en eten traditiegetrouw pasta met balletjes en mais. We vinden een stroompje water dichtbij waar we een koude training doen door onze voeten minimaal twee minuten in het ijskoude water te laten staan. We vullen onze waterzakken, drinken koffie, doen potjes UNO en duiken de tent in. Het is een beetje een gammel nachtje maar wow wat is het dat waard. Rond drie uur ‘s nachts maak ik de goegemeente wakker om ze de heldere maan en de volle sterrenhemel te laten zien. Dichterbij geluk dan dit komen we bijna niet. De volgende dag maken we na een ontbijt van wraps met een blikje tonijn en een handje noten het rondje af. Het venijn zit hem in de staart maar we komen halverwege de dag met de bergen in onze ogen terug op de camping. Deze dagen heb ik weer in mijn hart gesloten.

Reactie plaatsen

Reacties

Er zijn geen reacties geplaatst.